Bijdrage Francijn Brouwer namens ChristenUnie-SGP aan Voorjaarsdebat 2020

Francijn Brouwer tijdens Voorjaarsdebat 2020 op 22-06-2020.jpgzaterdag 11 juli 2020 19:52

Tijdens deel 1 van het Voorjaarsdebat op maandagavond 22 juni 2020 heeft fractievoorzitter Francijn Brouwer een reactie gegeven op de -beleidsarme- Perspectiefnota voor 2021. Vanwege de oplopende kosten van de zorg en de coronacrisis heeft de gemeente Zoetermeer namelijk te maken met financiele onzekerheden.

Geachte voorzitter, geachte collega's, stadsgenoten,

Weten jullie nog dat wij bij het begrotingsdebat van 2018 een motie indienden over “solliciteren en schulden”? Ik was toen net fractievoorzitter, en ik weet het nog heel goed.

De motie ging over het ontzorgen van ww’ers, zodat ze hun hoofd vrij hebben om te solliciteren. Schulden nemen te veel ruimte in in je hoofd, en armoede maakt mensen moedeloos, en het zuigt energie weg.

Natuurlijk is dit een heel actueel onderwerp in de coronacrisis. Maar ik heb jullie even op het verkeerde been gezet. Ik wil het namelijk nu even niet hebben over ww’ers met schulden, maar over gemeenten met schulden.

Gemeentebesturen die moedeloos worden van de tekorten, die al zoveel energie hebben gestopt in “ombuigen en vernieuwen”, en in het vragen om meer geld bij het rijk, omdat het rijk ons taken geeft zonder genoeg geld.

Gemeenten die het ene gat vullen met het andere, in de hoop dat er betere tijden aanbreken voor de koek op is.

Wij vragen ons dat serieus af, voorzitter. Is ons college moedeloos geworden? Onze bestaande tekorten, die nog van voor de crisis zijn, dekken we die af met tijdelijk geld, en wachten we vertwijfeld op een zak geld van de landelijke overheid, om ons uit de put te helpen?

We krijgen een beleidsarme perspectiefnota – zonder perspectief op betere tijden. Zeg maar: een perspectiefarme beleidsnota….

De analogie met armoedebeleid is opvallend.

Als je schulden hebt, kun je naar schuldhulpmaatjes. En waar helpen die je mee? Niet met extra geld. Nee, met het op orde brengen van je zaakjes. Je zet je inkomsten en uitgaven op een rijtje, en je onderzoekt of er nog hoop is. Want dat is wat een mens nodig heeft. Hoop. De verwachting dat het goed komt.

Voorzitter, dat is wat wij met z’n allen nodig hebben. Wij als raad, maar duidelijk ook het college en het ambtelijk apparaat. En de bevolking, niet te vergeten.

En waar we de toekomst niet kunnen voorspellen, en de scenario’s enorm uit elkaar lopen, zoeken we naar duidelijkheid.

En dan zoek je naar zekerheid, naar hoop in de dingen die je wel zeker weet.

En daar wil ik hier en nu een voorzetje voor doen. Zie het maar als een kader, een aanloop naar het najaar en de begroting. Ik ga drie punten langs, als een goede preek.

Een eerste punt van hoop. In de crisis komen we erachter wat een potentieel er zit in de mensen in de stad. Hoeveel mensen er bereid zijn een stapje extra te zetten voor een ander – juist in een moeilijke tijd. Dat geeft hoop voor de toekomst. En als gemeente moeten we daar ruim baan voor geven, en die cohesie bevorderen waar we maar kunnen. Dat hoeft niet perse veel geld te kosten, en je hoeft er niet perse een stelselwijziging voor door te voeren. Gebruik je bestaande wijkvoorzieningen maar, zet ze open, moedig mensen aan.

Jullie kennen ze wel, van die ontroerende verhalen op social media, over hoe iemand iets deed voor een medemens, en daaronder staat dan “faith in humanity restored”. Het vertrouwen in de mensheid komt terug. Misschien kunnen we er als politieke mensen ook een beetje op meeliften. Als we betrouwbaar en daadkrachtig zijn, als we helpen waar we kunnen – dat we dan onze bevolking kunnen laten zien dat we te vertrouwen zijn, dat ze bij ons terecht kunnen. Dat zou winst zijn in deze tijd. En terzijde: wij denken dat burgemeester Bezuijen daar een mooie rol in kan spelen.

En een tweede punt dat ons hoop en zekerheid kan geven. Wij zoeken in de voorjaarsnota en de andere beleidsstukken van de laatste tijd naar duidelijkheid. En we vinden het niet. Als we heel goed lezen, en scherpe vragen stellen, krijgen we een klein beetje zicht op de keuzes die erachter liggen. Maar we hebben meer duidelijkheid nodig, voorzitter.

Wij willen in de aanloop naar de begroting 2021 worden voorzien van echte informatie. Wij willen graag in een oogopslag kunnen zien hoe het zit.

Denkt u maar aan de volgende zes voorbeeldvragen:
- (1) als we alles weglaten wat niet wettelijk verplicht is, hoe zijn de cijfers dan? Als we geen reserves aanspreken, geen extra geld incalculeren, geen zwembad bouwen, geen boekhoudkundige handigheidjes, geen verduisterende bbv-regels…... wat blijft er dan over? Een soort begrotingsbasis, zeg maar.
- (2) Hoeveel eenmalig geld hebben we in de cijfers zitten, en hoeveel daarvan wordt gebruikt om structurele tekorten af te dekken?
- (3) Hoeveel verwachten we van het rijk te krijgen in de komende jaren, en hoeveel daarvan is reëel? Wat doen we als we het niet krijgen?
- (4) Hoeveel reservegeld gebruiken we om een gat mee te dichten, en hoe dichten we het nieuwe gat dat ontstaat? Hoeveel gebruiken we maar tijdelijk, en hoeveel is echt opgebruikt? Met welk geld zuiveren we het weer aan?
- (5) En over de lopende bezuinigingen, we kunnen nu zien in hoeverre die gerealiseerd gaan worden, maar we hebben nog geen zicht op gestapelde lasten voor bevolkingsgroepen, laat staan nu er een crisis overheen komt. Wij kunnen ons goed voorstellen dat sommige bezuinigingen extra hard toeslaan, en heroverwogen moeten worden. Want ook hier geldt: uitzichtloosheid maakt moedeloos, en moedeloosheid bezorgt niemand een baan.
- (6) We moeten blijven investeren. Maar met welk geld doen we dat? We kunnen geen overheidsschuld opbouwen, maar wat dan wel? We hebben groeiende voorzieningen nodig in het kader van Zoetermeer 2040, woningbouwprojecten mogen niet stil komen te liggen… maar je kunt niet alles financieren met eenmalig ENECO-geld.

Dat waren zes belangrijke vragen, die niet nu beantwoord hoeven te worden door zwetende wethouders. Maar het zijn wel vragen waar over gepraat moet worden in de aanloop naar de begroting. Want deze stad heeft zekerheid nodig, en duidelijkheid. Om de hoop niet te verliezen.

Een derde punt, voorzitter, in het kader van hoop.

Wij zijn gezegende mensen. We leven in een rijk land, met een relatief betrouwbare overheid, degelijke gezondheidszorg, en een enorme hoeveelheid banen en belastinggeld.

We hebben de coronacurve kunnen afvlakken, en we mogen zoeken naar nieuwe wegen om hier weer uit te komen.

Alleen God weet wat de toekomst brengt, maar er gloort weer hoop aan de horizon.

Het is nu aan de landelijke, regionale en lokale overheid om de juiste keuzes te maken. Om die betrouwbare overheid te ZIJN. Ook als mensen die het zwaar hebben beginnen te twijfelen aan de samenleving en de overheid. Om de gezondheidszorg overeind te houden. Om banen te behouden en te creëren. En om het belastinggeld verantwoord uit te geven.

Want zoals er in de wereld genoeg eten is voor iedereen – als we het goed zouden verdelen, zo is er ook in de Nederland genoeg geld voor iedereen – als we het goed zouden verdelen.

Nu alle panelen aan het schuiven zijn, voelen we allemaal aan dat er geleerd moet worden. We kunnen niet hier en nu met elkaar besluiten hoe we het geld gaan verdelen en hoe we wie gaan redden.

Maar zoals we de afgelopen tijd ervaring hebben opgedaan om lerend te werken in het sociale domein, zo moet dat ook nu gaan gebeuren.

“Kortcyclisch werken”, zoals onze ambtenaren zeggen. Maar in gewone mensentaal: je doet je best, je leert ervan, en je doet het nog beter. Je houdt de verwachtingen bij, je stelt je plannen bij, je blijft in gesprek. Je vangt voortdurend signalen op in de samenleving, en neemt die weer mee in de volgende stap. Dat geeft ook de meeste hoop op een goede afloop. Dat je meebeweegt, op de golven surft. Dat je je kansen grijpt, en de bedreigingen samen overleeft. Er zijn niet maar twee keuzes, geacht college. Het is niet: òf de schade herstellen òf je nieuwe kansen pakken. Je moet al werkend je kansen meenemen, en zo veel mogelijk mensen overeind houden en meenemen.

En wat ik zei over op de golven surfen: we willen graag de kansen benutten die de crisis met zich meebrengt. En dat gaat niet alleen over sociale cohesie, maar ook over voorzieningen voor fietsers, lokaal produceren. De bijvangst van corona, zogezegd.

Ik zei het eerder al: alleen God weet wat de toekomst brengt. En dat is wat ons als fractie hoop geeft. Wij vertrouwen ons en onze stad, ons land, zelfs de wereld toe aan een God die de toekomst in handen heeft.

En de motie waar ik het over had? Over schulden en solliciteren - Die werd aangenomen. Het afdoeningsmemo, een half jaar later, was niet erg inspirerend. “Dat doen we al” en “we kunnen wel even praten of het nog beter kan”. Wethouder Van Driel, u mag ons best eens bijpraten over dit onderwerp, nu het extra actueel is. Bent u nog bezig met het ontzorgen van ww’ers? En, werkt het? Geeft het mensen meer hoop en zekerheid?

Met deze vraag wil ik deze eerste termijn afsluiten, voorzitter. Dankuwel.

« Terug